Een statistiek waar Juventus wellicht in de rust mee om de oren geslagen zou kunnen worden en de ploeg in de tweede helft wakker zou moeten schudden. Maar niets was minder waar. Het was juist Lazio dat in de tweede helft gestaag verder ging met aanvallen.

Na 59 minuten spelen moest Szczesny voor het eerst het antwoord schuldig blijven bij een hoekschop van de Romeinen. Luis Alberto slingerde de bal voor het doel, waarna Sergej Milinkovic-Savic net niet bij de bal kon. Dat hoefde ook niet. De bal kwam ongelukkig op het hoofd van Emre Can, die op die manier zijn eigen doelman verschalkte en Lazio op een dikverdiende voorsprong zette.

Via Ciro Immobile (schoot oog in oog met Szczesny over) en Luis Alberto (schoot ook over) had Lazio voldoende grote kansen om de bezoekers uit Turijn meer pijn te doen, maar de 1-0 bleef op het scorebord staan.

Lazio hield Juventus daardoor in leven en dus had Juve aan één kans genoeg om de gelijkmaker te noteren. João Cancelo kon de bal binnenschieten nadat Lazio-doelman Thomas Strakosha het eerste schot op doel van Juventus niet goed wist te verwerken: 1-1.

De wedstrijd leek zo te eindigen in een gelijkspel, maar het liep anders. Lazio-captain Senad Lulic vergreep zich vlak voor tijd binnen het strafschopgebied aan doelpuntenmaker Cancelo zonder dat de bal in de buurt was.

Arbiter Marco Guida wees resoluut naar de stip en gunde Cristiano Ronaldo de ultieme kans om de drie punten voor Juventus veilig te stellen. Een kans die je de Portugese sterspeler niet moet geven: 1-2.

(bron: vi.nl)